h

Van onze wintercolumnist

16 maart 2007

Van onze wintercolumnist

Ik woon in een Urban-villa.
Zelf heb daar nooit zo bij stilgestaan, maar het staat in de folder. Behalve de makelaar noemt niemand de flat zo. Het is gewoon een flat, een mooie flat, dat wel. Met uitzicht op zee. De architect vond dat laatste een beetje te veel van het goede en verzon de ramen aan de zijkant en daar is geen zee. Daar is de begraafplaats.

De huurprijs van mijn appartement is mede samengesteld uit de ligging aan het water, het uitzicht dus. Maar ik kijk op een begraafplaats. Op zich is het een keurige begraafplaats. Zo keurig zelfs dat hij wordt uitgebreid. Hij wordt met een derde vergroot in de richting van mijn flat. Wanneer alles klaar is kunnen de rouwende nabestaanden tijdens de nazit, mij, koffie en cake door het raam aanreiken. Ik vrees echter dat deze regelmatig terugkerende blijken van medeleven mijnerzijds, een deprimerende invloed zal gaan hebben op mijn toch doorgaans vrolijke inborst.
Het dorpsbestuur ziet dit in. Het is voornemens een hoge aarden wal op te werpen tussen de begraafplaats en mijn woning. En voor de bewoners van de bovenste verdieping: op de aarden wal een rij populieren.
Dus vanaf 2007 woon ik niet meer aan het water maar in het bos. Ik betaal nog wel voor mijn uitzicht. Maar iedereen weet dat, als je in het bos gaat wonen, je nauwelijks uitzicht hebt.

Ergé

U bent hier