h

Het sprookje van meer blauw op straat

11 juni 2010

Het sprookje van meer blauw op straat

Enige tijd geleden hebben wij het SP rapport over de politie besproken. Daarbij werd onder andere de bureaucratie bij de politie als zorgpunt kenbaar gemaakt. Dat het onderzoek van de SP feilloos bij de dagelijkse praktijk aansluit, onderschrijft onderstaand artikel in het politievakbondmagazine ANPV van de maand mei 2010.

De wijkagent heeft avonddienst vanaf 15.00 uur. Hij mag een werkstudent wegwijs maken in het werken in de wijk. De dienst begint met het lezen van de briefing op de computer. Daarna worden de i3S-jes, de terugbel berichten, bekeken en afgehandeld. Zo'n anderhalf uur later is het wel genoeg geweest en wordt het tijd om naar buiten te gaan. 't Is mooi weer om de wijk in te gaan. De wijkagent vertelt de werkstudent van alles over de wijk. Om 18.00 uur is het tijd om te eten en na het eten zijn er vast wel mensen thuis en kunnen nog een paar terugbelberichten worden afgehandeld. Om half acht kunnen ze weer de wijk in om de werkopdrachten en aandachtspunten in de wijk gaan controleren.

Om 20.00 uur komt er een melding dat 3 jongens bij een school bezig zijn met het vernielen van een kinderfietsje. De wijkagent en de werkstudent gaan met gepaste spoed ter plaatse. Inderdaad zijn er op het schoolplein 3 jongens en een kapot kinderfietsje. Het fietsje "was al kapot" en de jongens weten van niks en komen van nergens. De wijkagent belt met de getuige. Die geeft de signalementen van de daders van het vernielen van het fietsje. Het is jammer voor de jongens, maar ze lijken op de omschrijving van de daders. Ondanks dat de wijkagent ze dat duidelijk maakt, weten ze nog steeds van niks. Daarom worden ze alle drie aangehouden voor openlijke geweldpleging en moeten ze mee naar het politiebureau.

Onderweg in de politieauto komt het geheugen weer terug en blijkt uit hun verhaal dat ze een gedeeltelijk gesloopt fietsje hadden gevonden en probeerden om dat aan een haak aan de school te hangen. Dat mislukte steeds waardoor het fietsje een keer of drie naar beneden is gestuiterd en verder stuk ging. Dat verandert openlijk geweld in baldadigheid.

De jongens worden in het bureau in ophoudkamertjes gezet. De ouders worden gebeld dat hun kroost is opgepakt. Daarna gaan de wijkagent en de werkstudent het gebeurde in het computersysteem van de politie, BVH, zetten. Allereerst wordt de melding uit het meldkamerscherm gehaald en op naam van de wijkagent gezet. Daarna laat de wijkagent aan de werkstudent zien hoe in de arrestantenmodule een arrestant wordt ingevoerd. Die invoering is nodig om een proces verbaal van aanhouding te kunnen maken. In die module moet een compleet fouilleringsformulier worden opgemaakt met daarin alles wat bij de fouillering is aangetroffen, de verslavingen, de eetgewoontes enzovoorts. Dat formulier is nodig als arrestanten van het politiebureau naar het arrestantencomplex moeten worden gebracht. De jongens hebben baldadigheid gepleegd, dus dit formulier is overbodig voor de praktijk, maar nodig voor BVH om verder te kunnen werken. Voor de beide andere arrestanten maken de wijkagent en de werkstudent elk een arrestantenformulier en daarna een proces-verbaal van aanhouding.

De ouders hebben het recht om bij het verhoor van hun kind aanwezig te zijn of om een advocaat te sturen. Wanneer ze van dat recht geen gebruik willen maken, moet er een formulier voor worden ingevuld en uitgedraaid. Een van de ouders wil bij het verhoor zijn, de andere ouders vinden het niet nodig. De wijkagent besluit om die formulieren niet op te maken, aangezien het hier een overtreding betreft. Hij plaatst een opmerking in het proces-verbaal van verhoor dat de ouders het niet nodig vinden om bij het verhoor aanwezig te zijn. Dat scheelt een hoop type-werk en papier.

Na het verhoor is alles duidelijk en krijgen de drie jongens elk een bon wegens baldadigheid en de mededeling dat ze de schade aan het fietsje moeten vergoeden. Om 23.55 uur is alles geregeld en kunnen de jongens in vrijheid worden gesteld. De wijkagent mailt naar de school de vraag of ze uit willen zoeken wie de eigenaar van het fietsje is. Daarna werken de wijkagent en de werkstudent de rest van de administratie af en om 00.30 uur kunnen ze naar huis. De werkstudent merkt op dat er door alle administratieve rompslomp ongeveer 10 minuten contact met iedere verdachte is geweest. De rest van de tijd was nodig voor 3 telefoontjes en heel veel administratie.

De wijkagent dacht dat hij de zaak hiermee had afgehandeld. Daarmee had hij buiten alle controle systemen gerekend. Na 2 dagen kwam er een mail van True Blue. Dat controle systeem had ontdekt dat er 3 minderjarigen waren aangehouden ter zake openlijk geweld en er was geen "melding minderjarige" van 6 bladzijdes opgemaakt. Bij misdrijven is een dergelijke melding voorgeschreven. Bij een overtreding is dat niet het geval. Het kostte nog verschillende keren heen en weer mailen voordat de mensen van gegevensbeheer begrepen dat bij een overtreding de meldingsformulieren overbodig zijn. De eigenaar van het fietsje meldde zich. De wijkagent bemiddelde en de jongens kwamen ieder hun deel van de schade betalen. Behalve BVH heeft de computer ook nog Word. Daarin kon de wijkagent, veel sneller dan in BVH, de bewijzen van ontvangst maken. De eigenaar van het fietsje was blij dat de schade werd vergoed. De school was blij dat het zo vlot was geregeld.

De wijkagent dacht dat het nu wel was geregeld. Hij had daarbij buiten de controle systemen gerekend. Op de afdeling jeugd zit een inspectrice die in de gaten houdt of zaken tegen minderjarigen binnen de tijd worden ingeleverd. Zij heeft een lijst waarin bij wordt gehouden of jeugdzaken nog "groen", "oranje"of zelfs "rood" worden. Wanneer zaken "oranje" worden geeft zij een bericht aan de wijkchef en de wijkchef alarmeert de groepschef. De groepschef mailt naar de wijkagent dat een zaak tegen minderjarigen "oranje" is geworden en dat het met voorrang moet worden afgehandeld. Na een dag vrij komt de wijkagent op de afdeling en wordt direct aangesproken door de wijkchef en de groepschef. Er is stress, want er dreigt een zaak over de doorlooptijd te gaan. Gelukkig kan de wijkagent iedereen geruststellen. De schade is betaald en de bonnen zijn uitgeschreven en alles binnen de gestelde doorlooptijd...

De wijkagent heeft hiervan geleerd. Een paar weken later krijgt de wijkagent de melding dat 2 jongens samen een bushokje hebben vernield. In de omgeving treft de wijkagent de beide verdachten aan. Ze voldoen aan het signalement. Ze worden in de politieauto gezet en gehoord. Ze bekennen dat ze samen de ruiten van een Abri hebben vernield. Volgens de wijkagent is deze vorm van openlijk geweld ook wel aan te merken als baldadigheid. In de auto worden de bonnen uitgeschreven en beide jongens worden thuis afgeleverd. De ouders worden in kennis gesteld dat ze een rekening van Connexxion krijgen van de vernielde Abri. Op het bureau wordt in BVH een mutatie gemaakt en de wijksecretaresse gevraagd om de gegevens van de daders aan Connexxion door te geven voor het verhalen van de schade.

Deze oplossing voorkwam
- Het onnodig opmaken van 2 arrestantenformulieren
- Het opmaken van 2 formulieren met betrekking tot niet optreden
raadsman
- Het opmaken van 2 meldingsformulieren minderjarigen
- Het opmaken van een dossier in 5-voud
- Tenminste 5 uren geen blauw op straat wegens BVH administratie
- Het gebruik van een pak A-4 papier voor een dossier minderjarige

Gelukkig zijn er steeds meer collega's van de wijkagent die weten hoe het werkt. Blauw is liever op straat dan uren binnen met het invullen van BVH. Dus gaan de misdaad cijfers met sprongen naar beneden. Dat is goed voor de cijfers. Maar ook het aantal aanhoudingen gaat met sprongen naar beneden. Dat is minder goed voor de cijfers.

Hopelijk loopt het sprookje goed af en komt er een werkbaar systeem voor de politie. Zodat de boeven weer worden gevangen, de administratie vlot afgehandeld kan worden en het blauw weer snel de straat op kan.


U bent hier